
Hoe dart je en wat heb je nodig?



Darts wordt gespeeld tussen 2 spelers of partijen. Iedere speler heeft 3 darts.
De meest voorkomende spelvorm is 501, waarbij beide spelers/teams 501 punten krijgen die moeten worden weggespeeld. Bij iedere beurt mag een Speler 3 pijlen gooien waarbij het getal op het bord aangeeft wat de score is. De punten in de buitenste Smalle ring tellen dubbel en in de middelste smalle ring zijn 3x de score waard. De bull in het midden telt voor 25 punten, de bull's eye (of dubbelel bull) telt voor 50 punten. Het midden van het bord hangt op 1,73 meter hoogte. Personen in een rolstoel gooien op een hoogte van 1,37
Degene die als eerste op 0 uitkomt wint de leg. De laatste pijl die men gooit om op 0 uit te komen moet een Dubbel zijn (buitenste ring) of een Bull's eye. Gooit men te veel dan blijft de score van de vorige beurt staan.
Een wedstrijd bestaat uit ‘sets’ bijvoorbeeld 3 legs is 1 set. Men spreekt van te voren af hoeveel sets er gewonnen moeten worden om de partij te winnen, bijvoorbeeld best of 5 of best of 9 legs. Ook het aantal legs Per set wordt van te voren afgesproken.
In plaats van 501 wordt er ook wel gestart met 301, 701 en 1001.
Dubbel in:
Bij sommige wedstrijden wordt van te voren afgesproken dat men moet beginnen met een dubbel, ‘dubble in’. Pas vanaf de eerste dubbel begint de puntentelling. Iedere speler staat op 2,37 meter van het bord, achter de werplijn die ‘oche’, uitgesproken als ‘okkie'. De opgemeten afstand van de bull's eye naar de werplijn, moet 2,93 meter zijn.
deze afstand moet 2,93 m